Toscane
Vandaag een rit van lange duur. De afstand was niet eens zo groot, maar de gemiddelde snelheid was uiteindelijk wel erg laag. Eerst hebben we Rome verlaten via de oude route 'Via Cassia'. Dit is de oorspronkelijke route van en naar Rome die in de oudheid werd gebruikt. Daarna zijn we langs een groot vulkanisch meer gereden en daar hebben daar wat verpoosd.
Een eindje verderop hebben we onze held Piero Taruffi herdacht door het plaatsen van een veldboeketje. Hij is in 1957 als laatste winnaar van de 1000 miles-race over de finish gekomen met een Ferrari. Kort daarna verbood de Italiaanse regering alle races over de openbare weg. Het werd te gevaarlijk. Er stierven die race namelijk twee deelnemers en 10 toeschouwers, waaronder vijf kinderen.
Vervolgens hebben we een pas genomen over een de Monte Amiata 1.700 mtr. Langzaam maar zeker ontvouwde Toscane zich voor ons. De typische vergezichten met de welbekende cipressen in pasteltinten. We hebben dus vrij veel in de auto gezeten en genoten van de wisselende rustieke omgeving.
Het was weer een prachtige dag, maar wel totaal anders dan het drukke Rome. We weten nog niet wat ons het beste bevalt.
Oh, ja en voor de culinair geïnteresseerden onder de lezers: het ontbijt was uitstekend en de pizza's bovenmodaal.
Rome
Het werd inderdaad erg laat, terwijl we weer vroeg opstonden. Een zeer goed en uitgebreid ontbijt was zeer welkom, want er moest vandaag gelopen worden. Men zegt dat Rome zo compact is dat na het aanreizen via de Metro naar de binnenstad voldoende is om de meeste attracties te voet langs te gaan. Zo gezegd zo gedaan. Bij het Colosseum aangekomen hebben we eerst nog even wat geld uit de muur gehaald. Laura vertrouwde de zaak niet en net op het moment dat ze het uitte, stonden er twee zwaar bewapende agenten naast ons. Onze beslissing om eerst naar het Colosseum te gaan bleek een juiste te zijn. Het was er al verschrikkelijk druk, dus zijn we met het gepinde geld via een gids om de lange rij heen geloodst. De gids had een interessant verhaal over de gladiatoren en het gebruik van het amfitheater. Daarna zijn we het hele programma afgelopen: Forum Romanum, Spaanse Trappen, Het Capitool, Trevifontein, Pantheon, Piazza Navona en Piazza del Popolo. Bij het paleis van Berlusconi en het plein met het parlement hebben we net zoals de politici plegen te doen, een heerlijk Italiaans ijsje bij het beroemde ijssalon Giolitti genomen.
Moe maar voldaan zijn we op tijd naar huis gegaan.
Morgen maar weer even met de auto, zodat de benen wat rust kunnen krijgen . . . .
Vele wegen die naar Rome leiden
We zijn vanmiddag in Rome aangekomen en hebben direct onze spullen veilig weggelegd en zijn rechtsomkeer met de auto richting de parking van het metrostation gegaan. We zitten helemaal aan de buitenrand op een resort met schitterend ingerichte motelkamers. Het lijkt wel een soort gevangenis (muur met automatische deuren e.d.) dus onze waardevolle spullen hebben we hier maar achter gelaten. We moesten eerst nog richting het centrum, waar we op de metrolijn B zijn gestapt. Alles wijst zich prima. We stonden binnen de kortste keren op het Piazza de Popolo. We zijn direct maar een straat ingelopen en hebben wat gegeten. Daarna wou Laura even shoppen en Robert dacht dat een zijstraat van del Via del Corso wel wat te bieden had. Het bleek de Via Del Condotti te zijn. Geen gevaar dus, want met merken als Prada, Gucci en Bvulgari was geen voldoende budget beschikbaar. We kwamen daarna precies uit bij de Spaanse Trappen. Het was ondertussen donker geworden en de trappen met fontein ervoor waren prachtig verlicht. En wat een mensen! Het was ondertussen al laat geworden en dus zijn we weer naar het hotel gegaan. Dat leverde nog een probleem op want de Metrolijn B was uitgevallen en dat betekende dat er verwijzingen naar bussen stonden vermeld. Dit was erg onduidelijk, maar de eerste de beste bus die aankwam bracht ons keuring naar het juiste metrostation.
We zitten dus nu op de kamer om het verslag te maken van deze dag. Het is raar, maar opeens weten we niet eens meer wat we vanochtend hebben gedaan. Rome was even te overweldigend. Toch maar proberen . . . .
Vanmorgen zijn we vertokken uit Spoleto en zijn richting het zuiden gegaan. Het eerste doel was een waterval die slechts 1 uur per dag zichtbaar is als de sluis wordt opengezet. Het was echter een feestdag (15 augustus) en dan zouden de sluizen de hele dag openstaan. Dat kwam goed uit. Wij waren echter niet de enigen, want zowat heel Italie wilde die waterval zien. Het was superdruk en mensen stonden vastgezet in hekken te wachten op bussen. Dit werd niks. We vinden een beetje toerisme niet erg, maar er zijn grenzen.
Laura stelde voor om de route langs een meer te lopen. Ook daar was het 'gezellig druk'. Hier konden we echter een tafeltje bemachtigen voor een koud drankje met uizicht over het meer.
Dat er vele wegen zijn die naar Rome leiden, dat is genoegzaam bekend.
Maar . . . . Laura had vandaag een paar hele bijzondere uitgekozen.
We hebben onze aandacht wat meer op de natuur gericht. Het was ons gisteren namelijk ook goed bevallen. Via Leonessa zijn we de cella del Leonessa gereden richting de Monte Terminilo (1.900 mtr). We hebben genoten van de haarspeldbochten omhoog. Op de weg naar boven zagen we een mooi plekje, dus tijd voor een tussenstop. Toen we uit de auto stapten (temperatuur heerlijk rond de 24 Graden) hoorde we heel veel stemmen. Het bleek dat dit gebied bevolkt was met recreërende Italianen. Accordeonmuziek ontbrak daarbij niet.
Boven de boomgrens was het uitzicht prachtig en zijn we weer even gestopt. Op weg naar beneden werden we weer verrast, want hier bleek een compleet vakantiegebied te liggen met wel duizend geparkeerde auto's. In de winter kan hier geskied worden, maar in de zomer is het ook goed bezet.
De weg richting Rome werd steeds groter en breder. Het hotel was erg makkelijk te vinden.
Morgen moeten we Rome wat beter leren kennen, maar Laura is al druk bezig in de boekjes. Het zal wel laat worden . . . .
Bezoek aan Natuurpark
Het hotel waar we verblijven is zo'n typisch stadshotel. Een beetje gedateerd, maar onze kamer is netjes gerenoveerd. De douche is echter kleiner dan klein. Je kunt er net in staan en als je wat laat vallen, dan moet je eerst uit de douche stappen, want anders kun je niets van de grond pakken.
Vandaag hebben we besteed aan een rondrit in de omgeving. Toen we op weg naar de parkeergarage waren zagen we dat er een antiekmarkt in Spoleto was. Uit nieuwsgierigheid hebben we toch nog maar even rondgekeken.
Ons doel vandaag was het Nationaal Park Monte Sibillini te bezoeken. Het was een prachtige route. Dit was ook te merken aan het grote aantal motoren en wielrenners. Het is hier in de omgeving een waar paradijs voor deze tweewielberijders. De ene heeft nog een mooiere motor dan de ander en voor zover ik dat kan bepalen geldt dat ook voor de fietsen.
In Norcia een stadje aan de voet van de hoge Monte Sibillini hebben we een tussenstop gemaakt. We hebben een wandeling door de straatjes gemaakt, waar opvallend veel worstenmakers/slagers zijn. Buiten voor de deur hangen koppen van everzwijnen en binnen hangen de verschillende worsten aan het plafond en liggen er kazen en truffels (tartufo) op de planken.
We hebben een terrasje in de schaduw gezocht en een drankje genomen, dat wordt altijd voorzien van een aantal schaaltjes met pinda's, chips en olijven. Je hebt in een keer een gedekt tafeltje.
We vervolgen onze weg en rijden verder de berg op. We bereiken een hoogvlakte met prachtige vergezichten. Het is hier zo wijds, dat je niet precies kunt herkennen wat er nu in de verte te zien is. Zijn het koeien of schapen? En dat witte daar in de verte is dat een dorpje of zijn het witte rotsen of is het toch nog iets anders? Midden op de vlakte blijken die witte dingen campers te zijn. Is daar een camping met ranch opgezet van waaruit dagtochten gemaakt kunnen worden met paarden. De campinggasten liggen her en der verspreid op dekens met parasol en klapstoeltjes om zich heen te relaxen in het gras. Alsof het een strand is. Het is een erg grappig gezicht. Er heerst hier ook een aangename temperatuur van zo'n 24 graden met een heerlijk verkoelend briesje.
Via Visso rijden we terug naar Spoleto, waar de thermometer 32 graden aangeeft. Geen wonder dat men dan zo'n hoogvlakte in de Apenijnen opzoekt.
Morgen naar Rome, het zuidelijkste punt van onze reis . . . . .
Op weg naar Spoleto
Vanmorgen vroeg op en dus weer volop genoten van het ontbijt. Er was namelijk nu nog wel genoeg. Het is toch opmerkelijk hoe snel je weer gewend bent in een nieuw hotel. Gisteren waren we nog wat onzeker, maar nu voelen we ons op ons gemak. Het was gisteravond erg laat geworden, dus hebben we besloten om maar vrij snel naar Spoleto te vertrekken. Dit was het plan, maar onderweg is dat alweer veranderd. We hadden gisteren borden gezien met een verwijzing naar een pas, passe de Furlo. Al rijdende heeft Laura even gelezen dat het rijden door een kloof erg mooi moest zijn. Dat klopte uiteindelijk ook.
Na een Italiaans kopje koffie a € 1.25 en een cappuccino a € 1,25 (dat zijn nog eens prijzen!) op een terras, zijn we wat blijven genieten van de zon en de relatief lage temperaturen in de kloof. Daarna zijn we verder gereden naar Assisi. Dit is een dorp dat op een berg ligt en nog volledig in Middeleeuwse stijl is. Het staat zelfs op de werelderfgoedlijst van de Unesco. De stad is omringd met een hoge verdedigingmuur met daar omheen diverse ondergrondse parkeergarages. Toen we aankwamen leek het of we de enigen waren, maar nadat we de eerste piazza's (pleinen) opliepen werden we verrast door het groot aantal bezoekers.
Het zijn wel weer allemaal oude gebouwen en vele mooie kerken. Robert is even in de Chiara basiliek geweest. Verderop kwamen we een Nederlander tegen die net op de plattegrond deze basiliek had gevonden en dit aan zijn vrouw vertelde, maar daar direct aan toevoegde: 'Het zijn hier gvd allemaal kerken, ik wordt er gek van!' Later bleek dat hij op zoek was naar zijn parkeergarage en onthouden had dat het bij een kerk was. En dan is zoeken met 32 graden in een plaats waar alles onder een helling ligt, niet prettig.
Onze reis ging verder door een glooiend landschap richting Perugia. De velden met uitgebloeide zonnebloemen zijn vervangen door olijfbomen. Spoleto is een stad die bekend staat om de muziek. Het heeft vele straatjes en bij de voorbereiding was de straat van het hotel al moeilijk op de tomtom te vinden. Gelukkig staan ook de lengte en breedte coördinaten in de verstrekte lijst vermeld. We kwamen steeds dichter bij het centrum en de straten werden smaller en smaller. Zo smal zelfs dat we eraan twijfelden of dit wel goed zo komen. Er verschenen borden dat de weg alleen toegankelijk was voor verkeer naar de hotels. De tomtom raakte ook van slag toen de tussenruimte van de afslagen korter dan 20 meter werden. Gelukkig zagen we een bordje van ons hotel en na 100 meter stonden we ervoor. Er was geen parkeerplaats, dus hebben we hem maar gewoon op een pleintje gezet voor het hotel. Onze kamer was mooi en we stonden versteld hoe een reisorganisatie zo'n locatie weet te vinden. De auto konden we in een parkeergarage verderop zetten. Het weggetje ernaar toe was ons verteld en dat was maar goed ook, want tussen de spiegel en de muur zat maar 20 cm. De ondergrondse parkeergarage was uiterst modern en kost maar € 3,00 per dag. We konden een parkeerkaart kopen voor twee dagen bij het hotel: ideaal!
We zijn natuurlijk na het parkeren nog even naar het centrum gegaan. Deze was eenvoudig te bereiken met een soort lopende band, zoals Schiphol er diverse van heeft. We hebben een heerlijk Italiaans ijsje gegeten. Terug in het hotel hebben we even geslapen en zijn daarna gaan eten. We redden ons aardig in het Italiaans. Tafeltje vragen, drinken bestellen ed. lukt al aardig. Dit gaat zo goed dat de ober ons zelfs al alleen de Italiaanse menukaart gaf. We hebben gekozen voor een typisch menu van deze regio: antipasti - brood met olijfolie en ham, il primi - pasta met tomatensaus, il secondo - geroosterde vis met aardappelen en gegrilde courgette en als het dessert een kopje cafe americano. Terug naar het hotel in het donker blijken de kleine straatjes mooi verlicht te zijn, maar erg stijl. De hellingspercentages zijn ca. 20%.
Wat de dag van morgen brengt is nog niet duidelijk, maar het zullen ongetwijfeld 'stenen' zijn . . . .
Verblijf in Mondavio en bezoek aan Urbino
Gisteravond hebben we nog even een bezoekje gebracht aan het oude centrum met o.a. de burcht van Mondavio, dat recht tegenover ons hotel de ingang heeft. Het is prachtig gerestaureerd en heeft een aantal leuke pleintjes. Uit de informatieborden bleek dat er vanaf 12 augustus, de volgende dag dus, allerlei festiviteiten werden georganiseerd. We vroegen ons af of er wel vrije toegang verleend zou worden aan de belangstellenden, omdat er ook gegeten zou worden. Er stonden namelijk ook vele lange tafels met stoelen opgesteld. Navraag bij ons hotel leverde niet veel duidelijkheid op en dat lag niet alleen aan de taal. De hoteleigenaar wist er eigenlijk niet veel van af.
Vanmorgen zijn we na een ontbijtje toch nog even gaan kijken. We hebben een kopje koffie gedronken op een nog niet ontdekt terras binnen de vestingmuren met prachtig uitzicht op de omgeving. Toen werd duidelijk dat er vrije toegang was en dat we zeker moesten gaan kijken, zo werd ons geadviseerd.
Na de koffie zijn we naar Urbino gegaan,een oude universiteitsstad. Weer een stadje bekijken en het begint een beetje 'gewoon' te worden. We zijn daarom na een terrasje pakken weer vertrokken en hebben een mooie route afgelegd door de Marken naar Mondavio. Het land is voorzien van vele akkers met zonnebloemen. Helaas zijn ze uitgebloeid. Na thuiskomst hebben we op de hotelkamer met airco maar even wat slaap ingehaald. Het was gisteravond namelijk weer na twaalven.
Het diner werd genuttigd in het hotel. Het is blijkbaar niet gebruikelijk dat je het eten tegelijk krijgt. Robert kreeg namelijk eerst een pizza, terwijl Laura nog op haar meloen met ham wachtte. Robert had zijn pizza al op en toen moest die van Laura nog gemaakt worden. Je raadt al wat er gebeurde. Natuurlijk met kaas (zijn ze niet gewend om zonder kaas te maken), dus duurde het nog langer om een nieuwe zonder kaas te maken.
Na het eten zijn we naar de festiviteiten gegaan. Er was een optocht van strijders en zij werden begeleid door trommelaars en jonkvrouwen. De strijd werd gehouden op een podium, waar met speren op doelen werden gegooid. In het dorp waren verschillende standhouders met authentieke verkoopwaar aanwezig: keramiek, kaarsen, gedichtenbundels, marmelade en honing, glas. Ook was er een valkenier aanwezig met verschillende soorten uilen. We waren pas half twaalf uitgekeken.
Morgen de trip naar Spoleto . . . . .
Bezoek San Marino
Vandaag een dag die voornamelijk besteed is aan het verplaatsen. Na de auto weer van voedsel te hebben voorzien in Salo, zijn we richting de autostrada gereden. Dit is een tolweg waar je normaal gesproken 130 km/u kan en mag rijden. Wij troffen het blijkbaar niet, want er werd werkelijk overal aan de weg gewerkt. Het aan de aangeven snelheidslimiet houden is een ware kunst, want soms moet je ineens van 110 naar 60 en dan mag je weer over een lengte van 100 meter 130 rijden. Wij beheersen die kunst niet, maar ook Italiaanse vrienden hebben hier moeite mee. Sterker nog zij trekken zich nergens wat van aan en knipperen om mij in te halen terwijl wij 50 km te hard rijden. Na circa 250 kilometer hebben we even een kopje koffie genomen. Wij zijn inmiddels zo gewend dat Zwitsers onze bestelling kopieerden, want wij kregen precies wat zijn eigenlijk wilden hebben.
We hebben onderweg besloten om niet naar het museum van de Mille Miglia te gaan, maar een bezoek te brengen aan San Marino. We hebben de auto geparkeerd in het ministaatje en zijn naar boven gegaan met de kabelbaan. Deze bracht ons mooi op de centrale plaats van de vesting die hoog boven het vlakke landschap uitsteekt. Het is erg toeristisch, maar wel leuk om te zien. We hebben daarom ook maar even de 1e toren bezocht en dit leverde leuke plaatjes op. Vanaf de top van de berg had je een mooi vergezicht richting Rimini dat ca 25 km verderop aan zee ligt. Onze magen begonnen te protesteren en Laura heeft een coupe ijs besteld en Robert een schnitzel. De temperatuur was aangenaam door de hoogte (ca. 24 graden).
Daarna zijn we naar ons hotel gereden dat ongeveer 15 km landinwaarts ligt. Naarmate we dichter bij onze bestemming kwamen, vroegen we ons af of dit wel een leuke bestemming zou zijn. Ons hotel lag in een dorp dat op een heuvel ligt en een hele grote gerestaureerde burcht bezit. De auto moesten we verderop parkeren, want er was geen ruimte bij het hotel. Bij aankomst werden we begroet door een oud Italiaans mannetje dat ons wegwijs maakte. Eerst regelde hij dat we konden inchecken en later toen we wilden eten, regelde hij dat wij in de tuin van het restaurantgedeelte een tafeltje kregen toegewezen. Het eten smaakte prima. Toen we naar de kamer wilden gaan zijn we nog even in de burcht geweest. Het verbaasde ons dat het mooi verlicht was en de sfeer van de middeleeuwen uitstraalde.
Morgen eerst nog even kijken bij licht en dan naar Urbino . . . . .
Tripje naar het Idro-meer
Vanochtend hebben we het rustig aan gedaan. We zijn vanmorgeneven het dorpje Gardone Rivieraingegaan voor het maken van foto's. De zon staat dan gunstig op de vele terrassen en pleintjes. Er kwamen verschillende boten naar de aanlegsteiger. Deze boten brachten vaak evenveel mensen dan datze ook weer meenamen. Men wil toch altijd weer ergens anders zijn dan waarmen verblijft. Na een kopje koffie zijn we met de auto het binnenland ingetrokken op zoek naar een stuwmeer en een natuurlijk meer, het Idromeer.
De weg ernaar toe was zeer bijzonder. We stuiten na het verlaten van de hoofdweg op een groot bord dat weer bestond uit een stuk of achtaanwijzingen. Nadat een auto ons passeerde en de weg naar boven nam, zijn wij maar gevolgd wanthet bord was niet duidelijk.
Al gauw hadden we spijt, want het stijgingspercentage liep op naar 20% en de wegwas nauwelijks breder dan 2.50 en zalvol haarspeldbochten. Na een kilometer of 10! kwamen we uiteindelijk weer op een grotere weg en dat vonden we heel erg fijn. Het stuwmeer was groot, maar het natuurlijk gevormde meer wasnog mooier. We besloten de stoeltjesuit de auto te halen en heerlijk te gaan lezen langs het meer. Wat kan vakantie in de zon toch lekker zijn!
Het voordeel van een rondreis met je eigen auto is dat je alles bijje hebt en dus werden er toastjes met vis door Laura geserveerd. Dat gecombineerd met Spaforrestfruit uithet koelkastje en we hadden alles wat wewensen konden.
De terugreis zou over een grotere weg gaan, maar daar dacht onze Tomtom anders over, want hij had een kortere route voor ons in petto. We dachten dat we de kleinste weggetjes gehad hadden, maar dit ging nog verder. De borden gaven het hellingspercentage niet eens meer aanen de maximaletoegestane voertuigbreedte werd gereduceerd tot 2.10mtr. Dit werd ook nog eens lastiger alswe geconfronteerd werden met tegemoetkomend lokaal verkeer. Die toeristen uit Leeuwarden moesten maar achteruit de heuvel op, wel of geen bocht.
Uiteindelijk zijn we heelhuids thuisgekomen (ja, we noemen het hotel al zo). Het was inmiddels al 19.00 uur dus tijd voor een drankje op het terras.Italianeneten immers laat en wij zijn inmiddels aangepast aan de eetgewoonte. We hebben nog overwogen om voor een ander restaurantje te kiezen, maarzijn uiteindelijk tochbij het vertrouwdeWimmers terecht gekomen. Het eten wasweer voortreffelijk.
Morgen richting het zuiden .. . . . .