Naar huis
We hebben de wekker vroeg gezet, want we zijn van plan om vroeg te vertrekken. Kwart over zes worden we gewekt en om zeven uur zijn we klaar om te ontbijten, zodat we snel weg kunnen. De auto is al gepakt. Wanneer we het hotel binnen komen, komen we erachter dat je pas om half acht kunt ontbijten. We besluiten het ontbijt maar te laten zitten.
Wij moeten echter de rekening van de door ons genuttigde drankjes nog betalen, maar er is niemand bij de receptie. Wel horen we gescharrel achter de deur, maar op ons kloppen wordt niet gereageerd. Via de deur achter de bar lukt het ons om iemand van de keuken te spreken, maar die kan ons niet helpen. Bij navraag aan een toevallig langskomende schoonmaakster horen we dat je pas om acht uur kunt uitchecken, omdat de computer dan pas wordt opgestart. Dit was niet de start die we gewenst hadden.
We zijn er klaar mee en besluiten om hier niet langer op te wachten. We gaan weg, nadat we het e-mailadres bij de schoonmaakster hebben achtergelaten met het bericht dat men de rekening wel per mail moet versturen. Zo reden wij om kwart over zeven het dorp St. Christina uit. De reis verloopt goed. Laura denkt regelmatig even aan haar schoonheidsslaapjes onderweg en Robert rijdt ons beide veilig door de Dolomieten, Oostenrijk, Duitsland en Nederland naar huis. Rond acht uur arriveren we weer thuis.
Bij thuiskomst zien we in de inbox dat er keurig een rekening is verstuurd. We kunnen onze schulden in Italië dus aflossen.
Nog wat cijfertjes:
We hebben deze reis op één dag na alle dagen de auto gebruikt en in totaal 5500km gereden.
Nog een keer de bergen in
Wat was het warm vannacht! We hebben wel een uur wakker gelegen. Het raam stond al open, dus de koelte kon zo naar binnen komen,maar dat schattige riviertje van overdag was vannacht een woeste stroom. Dus na verloop van tijd het raam maar dichtgedaan en het dekbed uit de overtrek gehaald. We wilden toch wel wat overhebben, want gedurende deze vakantie zijn we menigmaal geprikt door muggen en daar hebben we nu wel genoeg van. Alhoewel de meeste prikken ‘s avonds buiten op het terras worden gegeven. Die beestjes gaan zitten en prikken gelijk. Monsters zijn het.
We hebben vandaag een gratis taxibus naar boven tot de lift genomen. Deze service wordt verzorgd door de kabelbaan.'s Morgens tussen 8.30uur en 12.00uur rijden deze busjes af en aan. Ideaal, je hoeft boven niet te parkeren en bij het hotel behoudt je je plekje mooi. Je moet alleen wel aan het eind van de dag nog naar beneden lopen, terug naar het hotel.
Heerlijk om de bergen in te gaan en er niet over na te hoeven denken wat je allemaal mee moet nemen, omdat het weer wel eens kan omslaan. Het weer is hier zo constant op dit moment, trek een korte broek en shirt aan, neem de camera's en wat water mee, de portemonnee goed gevuld en je bent klaar.
Boven aangekomen hebben we voor het pad gekozen dat naar de stoeltjeslift loopt. Deze lift hebben we genomen over de groene pistes. Erg leuk om de wereld dan eens zo te zien, zomersport. Veel wandelaars , maar ook mountainbikers en parasailers. Iedereen geniet van jong tot oud.
Vandaag zijn we steeds naar beneden gelopen en dat is minder zwaar dan omhoog lopen. Of zijn we nu aan de hoogte gewend?
Vanavond werd erin het hotel een Tiroler menu geserveerd, compleet met muziek. Dat was dus een leuke afsluiting van deze vakantie in Italië. Voor ons speelde overigens een leuk tafereeltje af, want de serveersters waren ook gekleed in Tiroler kledij met diepe decolletés. Dit zette een tweetal oudere Italiaanse heren toe tot het veelvuldig nemen van foto's. De bijbehorende dames stelden dit niet op prijs en dirigeerden de heren naar het dessertbuffet om daar maar foto's te gaan maken.
Morgen weer naar een andere slaapplaats . . .
De Sella-Runde
Vandaag stond in het teken van het rijden van vier passen: de Sella--Ronda. Een tocht om de bergketen, waarbij een groot aantal haarspeldbochten moet worden genomen. Zo heeft de Passo Pordoi aan de ene kant 27 bochten, terwijl aan de andere 31 genomen moeten worden. De andere driepassen zijn dePasso Gardena,Passo Campolongo en de Passo Sella. We waren niet de enigen, want in het dorpje Wolkenstein stonden vier agenten uitgerust met witte handschoenen en een fluitje het verkeer te regelen. Dit is de aanvoerroute naar de vier passen.
Als gevolg van het grote aantal wielrenners, moeten we regelmatig onze snelheid aan passen. Dit geldt ook voor de motoren, want die moeten weer inhouden voor de auto's. Voeg daar nog betonwagens en touringcars aan dit grote aantal bochten toe, dan heb je complete chaos. Gelukkig houdt iedereen rekening met elkaar, zodat het allemaal goed verloopt. Men heeft begrip voor elkaar, want daar waar de wielrenner de langzaamste is die omhoog gaat, is hij bergafwaarts vaak weer de snelste.
We zijn regelmatig voor een fotostop aan de kant van de weg gaan staan. Dit vergt in de bergen wel wat inzicht, want de eerste keer wilden we stoppen vlak na een bocht. Hier werd natuurlijk geen rekening mee gehouden, zodat we bijna de berg werden opgeduwd. Boven op de passe Pordoi was haast geen parkeerplaats te vinden. Er gaat daar een gondel naar boven waar 65 personen in vervoerd kunnen worden en waar veel gebruik van werd gemaakt. Laura had er ook al iets over gelezen, dat het daarboven net een maanlandschap zou zijn. En dat had onze nieuwsgierigheid gewekt. Bij de kassa bleek dat je alleen maar met contant geld betalen kon, dus de beurs moest op de kop en we konden met het laatste kleingeld net het bedrag kloppend maken. Pinapparaten waren natuurlijk niet voor handen.
Ondanks de hoge temperaturen beneden bij de lift, hebben we toch maar een jack meegenomen. De lift bracht je in slechts vijf minuten boven, maar wel naar een hoogte van 3100 meter. Boven aangekomen bleek de temperatuur toch mee te vallen en was het voor een Nederlander aangenaam vertoeven. Voor verschillende Italianen was het echter een reden om met een dikke jas en lange broek en voorzien van hoofddeksel in een zonnestoeltje te gaan zitten. Wij kregen zelfs de indruk dat ze het nog koud hadden. Het was daar inderdaad net een maanlandschap waar we diverse foto's van hebben gemaakt. Na een uurtje rond te hebben gelopen, zijn we weer naar beneden gegaan.
Terwijl Laura nog even in een winkeltje rondzag, heeft Robert een hulpeloze Italiaan weer op weg geholpen. Hij was met zijn auto boven aangekomen en was tot de ontdekking gekomen dat zijn oliepijl te laag was. Robert heeft zijn handelsgeest gebruikt en de Italiaan natuurlijk veel te veel laten betalen voor een half litertje oude motorolie. Hierdoor konden we ons eigen beschikbare geld aanvullen voor het kopen van een kopje koffie.
Op de laatste pas, de Sellapas, hebben we onze klapstoeltjes uit de auto gehaald en ons even gesetteld. Hier hadden we een prachtig uitzicht op de berg, waarop wij vlak daarvoor nog gestaan hadden. Thuis aangekomen was het een probleem om de auto te parkeren bij het hotel. Gelukkig ging er om zeven uur een gast van het hotel weg, waardoor voorkomen kon worden dat we niet gedurende de nacht om de twee uur de parkeerschijf hoefden te veranderen.
Nog even genoten van de laatste zonnestralen op ons terras, voordat we konden aanschuiven bij het avondeten.
De bergen in
Gisteravond besloten om vandaag een tochtje door de bergen te maken. Aangezien wij hier geen enkele ervaring mee hebben - voor zover het niet op de lange latten gebeurd - wisten we niet wat ons te wachten stond. Op basis van de informatie die we van het hotel hadden gekregen, zou het voor beginnelingen het beste zijn om de gondel te nemen die direct achter het hotel vertrekt. Slechts tien minuten lopen en je kunt in de lift stappen, dat was het beste volgens de receptioniste. Zo gezegd, zo gedaan. Al na 100 meter te hebben gelopen, was de hartslag al ver boven de 100 per minuut opgelopen en werden de hoofden heel rood. De steile weg en de hoge temperatuur waren hier debet aan. Gelukkig stond er een groot informatiebord langs de kant en een drietal Italiaanse dames konden ons precies vertellen waar we nu stonden en waar de gondel vertrok.
Wij hadden al gauw de conclusie getrokken, dat we beter terug konden gaan om eerst met de auto de weg te verkennen. En een kwartiertje later stonden we voor 2,50 keurig bij de lift geparkeerd en konden we zonder overmatige inspanning met de gondel naar boven.
Je kunt meteen merken dat die gondels niet gemaakt zijn voor de zomer, want de ventilatie is nihil, terwijl de verhouding schaduw en glasoppervlakte overeenkomt met die van een kaasstolp. Erg warm dus.
Boven aangekomen (2109 mtr), konden we genieten van het uitzicht over de bergen. De Dolomieten beschikken over die karakteristieke hoge rotsen met daaronder de weiden en de schaarse bomengroepen. Daaraan toegevoegd een staalblauwe hemel en de zon en je hebt een geweldig plaatje. De zon scheen dus volop. Het was dus verstandig om je in te smeren, zoals de meeste bergwandelaars dat ook deden, maar het noodlot sloeg toe. De spuitbus met zonnebrandcrème was onderweg spontaan leeggelopen. Gelukkig was er nog een klein winkeltje dat zonnebrandcrème verkocht. Na wat smeren konden wij op weg.
We hadden een mooie route uitgekozen, met zo weinig mogelijk hoogteverschil. Zo weinig mogelijk bleek voor ons al gauw veel te veel. Bij ieder klein klimmetje moesten we stoppen, terwijl ouderen ons gewoon passeerden. We moeten dus beslist wat aan onze conditie doen. Robert besloot om daar ook direct maar mee te beginnen. Dat was niet verstandig, want zonder rekening te houden met zijn suikerspiegel, kwam hij de man met de hamer tegen. Wat kan dan een stukje van 100 naar een restaurantje ver zijn!
Dit was voor ons het sein om eerst goed en langdurig uit te rusten en pas dan weer naar beneden af te dalen. Tevens hebben we bij de afdaling meer pauzes ingelast. Dit beviel ons zo goed, dat we zeer enthousiast terugkeerden bij de gondel. Uiteindelijk kwamen we bruin verbrand, zeer voldaan en lekker vermoeid aan bij ons appartementje. Hier wachtte ons terras op ons en daar hebben we uiteindelijk nog zeker drie uur kunnen genieten van de zon en een heerlijk briesje. Al met al een geslaagde dag. Morgen pakken we de auto voor de Sellaronda-tocht die bestaat uit een aantal passen van de Dolomieten.
Op weg naar Wolkenstein
Vanmorgen vertrokken uit het hotel met de gedachte dat er nu helemaal geen gasten meer zijn. Het mannetje van de receptie keek wat beteuterd toen wij het gedag zeiden. We hadden het plan opgevat om onderweg naar Wolkenstein (Selva del Gardena) een bezoek te brengen aan de stad van de Liefde, Verona.
Rond half twaalf zijn we aangekomen en hebben de auto in een overdekte parkeergarage geplaatst. De reden hiervoor was dat de temperatuur erg hoog was en we na terugkomst liever in een relatief koele auto konden stappen.
Verona is een stad die ook op de lijst van werelderfgoed staat. Het was inderdaad een mooie stad. Sido had dat al gezegd en dus was het geen verrassing voor ons. Het was deze dag ook een hele warme stad. Toen we bij het centrum aankwamen was het kwik opgelopen boven de veertig graden. Nu we er toch waren, hebben we het amphitheater van binnen bekeken. De voorbereidingen voor de voorstelling van die avond waren in volle gang. Gisteren werd 'Romeo en Juliet' nog opgevoerd. Heel toepasselijk in de stad van deze twee hoofdrolspelers. Op de terugweg naar de auto zagen we het bord dat verwees naar het huis van Juliet. Hier hebben we nog even op het binnenplaatsje gestaan waar Romeo zijn serenade heeft opgevoerd. Het was er jammer genoeg erg druk.
Rond half drie zijn we weer vertrokken in de hoop dat de files waren opgelost ter hoogte van Bolzano. Dit bleek gelukkig het geval, want de voorspellingen van de Italiaanse ANWB voorspelden niet veel goeds. De reis verliep voorspoedig door een prachtig berglandschap.
Bij aankomst duurde het lang voordat er iemand bij de balie kwam. We kregen een kamer toegewezen in het bijgebouw aan de overkant van de straat. Een ruim appartementje met een gedeeld balkom met uitzicht op de bergen. Er zijn zelfs zonnestoelen beschikbaar.
We bevinden ons in een keer in een totaal ander sfeer. Het is hier sportief en gericht op de bergsport. Overal kwamen vanuit de bergen wandelaars naar het dorp. Dit hebben wij lekker gadegeslagen vanaf een terras met voor Robert een Grosses Pilsner en voor Laura een Aperos Spritz.
Het eten in het hotel (half pension) was lekker Duits. Eindelijk geen pizza maar een goed stuk vlees. Helaas was er kaas in verwerkt, maar voor Laura was de kok bereid om een Wiener schnitzel klaar te maken, dus zij heeft ook lekker gegeten.
Bezoek aan Ferrari
We zitten hier op de Po-vlakte en na twee dagen veel autorijden, hadden we behoefte aan een wat rustiger programma. Na bestudering van de mogelijkheden hier in de omtrek, kwamen we tot de conclusie dat hier eigenlijk niet veel te doen is. Ons hotel ligt echter op korte afstand van de Ferrari fabriek en dus hebben we besloten om een bezoekje aan het Ferrari-museum te brengen. De route ernaar toe hebben we via binnenweggetjes gemaakt. Om een uur of elf kwamen we aan in Maranello. De bordjes met de verwijzing naar het museum waren echter niet te vinden en zodoende kwamen we voor de poort van de Ferrari-fabriek. Robert heeft even de vriendelijke portier gevraagd en die overhandigde op verzoek een A4-tje met een routebeschrijving.
Maranello is dé Ferrari-stad. In de stad rijden we vele winkeltjes met Ferrari hebbedingetjes voorbij. Ook de Ferrari's zelf zoeven door de straten. Wanneer we uit de auto stappen op het parkeerterrein van het museum worden we meteen aangesproken door een pit-poes. Zij verkoopt tickets om even in een Ferrari te rijden. Wij willen eerst naar het museum, want voor een Ferrari zijn we zelf al aan het sparen (we hebben al genoeg gespaard voor een tankdop). Bij de ticketverkoop blijkt dat er een bustour mogelijk is over het circuit. Hiervan maken we natuurlijk gebruik, want in de gesloten Ferrari-Formule-1-wereld is dit uniek. Er blijken maximaal 2 x 29 plaatsen worden te verkocht.
Als Formule-1 liefhebber blijft het voor Robert toch een beetje moeilijk om naar de Scuderia Ferrari (Stal Ferrari, dat komt van het steigerend paard) te gaan. Als McLaren Mercedes-fan is het te vergelijken met een bezoekje van een echte Leeuwarder die naar de Pronkkeamer van SC Heerenveen gaat. Toch was het de moeite waard. De vele originele Formule-1 auto's die getoond worden, worden op de bekende Italiaanse wijze gepresenteerd.
Laura werd enthousiast door de vele rode bolides en dit inspireerde haar tot het nemen van detailfoto's van getoonde auto's. Bij de displays met mogelijke kleuren lak, leer en zelfs garen, kwam Laura tot de opzienbarende conclusie. Nadat zij alle voorkeur voor kleurstellingen had bepaald, bleek dat haar Swift hierin precies voorzag. Robert heeft maar gezwegen over het motorvermogen van haar Suzuki.
Tijdens de bustocht over het testcircuit worden de faciliteiten van het circuit toegelicht en de functies van de verschillende gebouwen. Helaas mogen we geen foto's maken. Zelfs de lenzen van de mobieltjes moeten vooraf worden afgeplakt. 'Oh, wat zijn we bang dat we iets te veel laten zien'. Alle gebouwen hebben bijvoorbeeld rode kozijnen. Er staan allemaal Ferrari-fietsen op het complex in dezelfde rode kleur. Zo waren zelfs de afvalcontainers voorzien van rode verf en het logo. Toch komt de kleur rood niet terug in het logo van Ferrari, want dat is namelijk een zwart paard op gele achtergrond. Dit heeft te maken met het feit dat alle racewagens vroeger in een kleur werden gespoten die gekoppeld was aan het land dat vertegenwoordigd werd. Italie had dus rood en Engeland had bijvoorbeeldgroen, dat wij weer koppelen aan het race-groen van Jaguar, terwijl McLaren-Mercedes nog steeds in het grijs is gespoten.
Opvallend was dat alleen de curbstones (de schuine stukken beton ter hoogte van bochten) in de tricolore waren gespoten. Deze waren dus afwisselend rood, wit en groen.
Daarna ging de bustocht nog langs het fabriekscomplex en werd het bekend poortje van de oude toegang tot het complex ook nog even getoond. Al met al een uur lang leuke informatie.
Later op de middag zijn we nog even over openbare testroute gereden. Hier werden, voordat het circuit er was, alle gefabriceerde auto's door testcoureurs aan een laatste test onderworpen. Pas daarna werden ze afgeleverd bij de klant.
Op de terugweg hebben we ons verbaasd over de vele gesloten taveernes en restaurants. Blijkbaar is iedereen hier op vakantie. Ook de Polizia en de Carabinieri zien we niet of nauwelijks op straat. Daar waar we regelmatig routinecontroles en snelheidscontroles op onze weg vonden, zien we de blauwe auto's nu helemaal niet meer.
Toen we vanavond het dorp in gingen om wat te eten, hebben we de waardevolle spullen in de hotelkamer achtergelaten. Wij zijn toch de enige gasten en het mannetje van de receptie houdt de zaak goed in de gaten. Dus geen reden voor ongerustheid.
Morgen op naar het Noorden . . . .
Pisa en over de Apenijnen
We stonden voor de keuze om de vrijdag te besteden aan een bezoek aan Florence of Pisa. Het is uiteindelijk Pisa geworden. Een bezoek aan de schuine toren hoort eigenlijk wel thuis in deze rondreis. Op de grasvelden naast de toren zie je alleen mensen met hun handen in de lucht staan. Zij duwen de toren zogenaamd terug. Wij hebben ook maar even zo'n foto gemaakt, want we konden geen originelere wijze bedenken. Niemand trouwens.
Nadat we de fotoshoot afgerond hadden, hebben we besloten om niet de snelste weg naar ons hotel op de Po-vlakte te kiezen. Deze route over de Apenijnen kan namelijk ook via verschillende oude passen en dus over kleine smalle wegen. Het grootste deel van deze route (ca. 160 km) gaat door een Nationaal Natuurpark.
Tegen een uur of vier hebben we op hoogte de stoeltjes uitgeklapt en genoten van het uitzicht over de bergen. Een bijkomend voordeel was dat de temperatuur aangenaam was en dus een zonnebad tot de mogelijkheden behoorde. Dit was voor Laura zelfs de reden om de bikini uit de tas te halen. Een goede afsluiting van een mooie dag.
Bij ons hotel aangekomen twijfelden we of we wel goed zaten. Het leek wel erg stil. Er stonden geen auto's, maar bij de receptie zat gelukkig een oud mannetje dat direct onze naam zei. We moesten maar wat eten in het dorp, want het restaurant was ivm de vakantie gesloten. Zo gezegd zo gedaan. Een pizzeria was snel in het dorp gevonden. Om de dag helemaal goed af te sluiten hebben we ons getrakteerd op een sorbet. Dit bleek echter de kleinste sorbet te zijn die we ooit hebben gekregen. Het bleek een citroenijsje in het kleinst denkbare cherry-glaasje te zijn, maar de kwaliteit vergoede alles. Ook de prijs trouwens.
Bij het hotel aangekomen, bleek dat wij de enige gasten van het hele hotel zijn. Het is hier immers vakantie!
Programma voor morgen is nog niet bekend . . . .
Toscane, maar nu er rondrijden
De komende twee dagen stonden in het teken van het rijden van routes, die door de Mille Miglia worden bereden. Dit betekende dus vele uren sturen over prachtig kronkelende wegen. De Chianti-route hebben we daarbij voor vandaag als uitgangspunt genomen voor de te volgen wegen. De Toscaanse wegen staan bekend om haar wonderschone bochten en hoogteverschillen met afgewisseld open terrein met wijnranken en dan weer dichtbegroeide bossen. Het bladerdek is dan geheel gesloten. De wijnboeren hebben hun huizen allemaal in dezelfde kleurstelling geschilderd of voorzien. Dat Jan de Bouvrie hier zijn inspiratie vandaan heeft gehaald om de kleuren uit Toscane te verwerken in zijn kleurenlijn van Flexa, kunnen we ons goed voorstellen.
De natuur is in deze periode jammer genoeg niet op zijn mooist. De velden met zonnebloemen zijn helaas uitgebloeid net als ook de meeste veldbloemen. Toscaanse landschappen worden veel gefotografeerd, maar vaak zijn het dezelfde plaatjes. We hebben deze plekjes van de anzichtkaarten terug weten te vinden. Helaas hebben wij niet van die mooie plaatjes kunnen schieten. Het blijkt in de praktijk ook niet mogelijk de goede kijkhoek te benaderen zonder een helikopter te gebruiken. In een van de vele reisgidsen die we mee hebben stond een bijzonder dorpje aangegeven. Toen we de auto parkeerden, dachten we dat er helemaal geen restaurantje was, maar toen we uitstapten hoorden we heel veel geroesemoes. Boven ons bleek een groot terras te zijn. Daar hebben we onze middagmaaltijd maar even genuttigt. Op de kaart stond rabbit in een truffelsausje en dat leek ons wel wat. Deze 'gestampte konijntjes' smaakten bijzonder goed. Onvoorstelbaar dat een restaurant op zo'n mooie locatie zit en zo'n prachtig uitzicht over de valleien van Toscane heeft.
Onze reisleidster had een speciaal weggetje uitgezocht. Dit bleek een onverharde weg te zijn van een kilometer of 10 lang. Halverwege troffen we vier verdwaalde oude mannetjes (>65 jaar) aan op moderne racefietsen. Waarschijnlijk hadden zij geen goede gids in hun team, want dit was niet de bedoeling volgens ons. Terwijl onze auto van zilvergrijs in Toscaans lichtgeel veranderde, rees de vraag bij de chauffeur op of degene die de route uitgestippeld had ook de auto ging schoonmaken aan het eind van de dag. De reactie was kort maar krachtig: de koningin maakt haar eigen wagenpark toch ook niet schoon.
Tegen het eind van de dag, hebben we nog even genoten van het leven op een dorpspleintje in een klein dorpje en de route afgesloten met de mooiste weg volgens de kenners. Dit is de SR222 die aangegeven is met de beeltenis van een goud haantje die ook op de bekende Chianti Classico te vinden is.
Morgen weer mooie wegen . . . .